Terugblik bedrijfsbezoek biologische akkerbouw - Biohoeve d'Haens in Hulst

Terugblik bedrijfsbezoek biologische akkerbouw - Biohoeve d'Haens in Hulst

Zeelands akkerbouwer Miel werkte tot 2009 nog gedeeltelijk buitenshuis. In 2009 besloot hij om de omschakeling naar bio te starten, om zo een volwaardig inkomen en fulltime job te creëren met het 45-ha tellende familiebedrijf. Het bedrijf werd gefaseerd omgeschakeld, in 2014 was de hele bedrijfsoppervlakte biologisch gecertificeerd. 3 jaar geleden kregen Miel en zijn vrouw Astrid bovendien de kans om een samenwerking met een nabijgelegen biopluimveebedrijf op te zetten en 40 ha biogrond bij te huren. Miel en Astrid krijgen bij de bedrijfsvoering hulp van 1 vaste arbeidskracht en verschillende seizoensarbeiders, voornamelijk van Poolse nationaliteit. Ook hun kinderen, die nog studeren, springen graag bij in het weekend.

Miel: “In 2020 ziet mijn bouwplan er als volgt uit: 19 ha pompoenen, 19 ha suikermaïs, 14 ha chicorei, 13 ha aardappelen, 12 ha grasklaver, 7 ha wortelen, 3 ha pastinaak, 2 ha kolen en 2 ha suiker- en voederbieten”. Zijn afzet regelt Miel liefst zelf, de producten gaan naar diverse afnemers in zowel Nederland, Duitsland als België. De aardappelen worden bv. afgenomen door de Aardappelhoeve in Tielt, de chicorei door Vanlerberghe in Passendale, de suikermaïs door Hugo Jansen in Ossendrecht, de pompoenen en kolen gedeeltelijk door BelOrta en de suikerbieten door Iscal. “Een vaste teeltrotatie heb ik niet, gezien je in bio gericht en flexibel moet inspelen op de vraag van je afnemers. Ik probeer wel een minimumrotatie van 1 op 8 aan te houden: het eerste jaar laat ik de grond braak liggen, in het najaar wordt er grasklaver ingezaaid die nog 2 jaar blijft staan. De overige 5 jaar worden ingevuld door verschillende bioteelten”, aldus Miel.

De mest die het bedrijf aanvoert bestaat vooral uit vaste biokippenmest van de buurman. In sommige intensievere groenteteelten wordt organische korrel bijgegeven, maar in Nederland mag er op jaarbasis slechts 35% van deze B-meststoffen toegediend worden. Miel: “We merken wel dat het de laatste jaren moeilijker wordt om aan dierlijke biomest te geraken, zeker nu er in Nederland meer en meer akkerbouwers en groentetelers omschakelen”. Sinds de omschakeling wordt er op het eigen bedrijf volledig ploegloos en met vaste rijpaden op 1,5m gewerkt. Dit heeft geleid tot een iets hogere onkruiddruk en ook de groenbemesters zijn moeilijker in te werken. Grote voordelen van ploegloos werken zijn echter een hoger organische stofgehalte in de bodem, wat leidt tot een betere waterinfiltratie, -retentie en -levering.

Miel neemt ons mee om een blik te werpen op de splinternieuwe loods, die in 2020 werd gebouw. “Deze dient o.a. voor de bewaring van de pompoenen, die in houten, geventileerde paloxen rond de 10°C worden bewaard. De focus ligt dit jaar op Hokkaido-, butternut- en spaghettipompoenen. In het verleden teelden we ook groene pompoenen, die beter zijn van smaak, maar minder gekend bij de consument en verkopen dus minder vlot”, vertelt Miel. Even verder in de loods kunnen we een blik op het machinepark werpen. Blikvangers zijn de nieuwe Treffler-wiedeg en beregeningsboom. Miel: “Sinds vorig jaar beregen ik met deze boom. Dit heeft als grote voordeel dat de beregening beter regelbaar is en er in kleinere hoeveelheden beregend kan worden. Dit maakt de beregening minder windgevoelig is, waardoor je slagregens vermijdt, wat leidt tot een homogenere kieming van de fijnere zaden”. De Treffler-wiedeg wordt in bijna alle teelten op het bedrijf ingezet. Door de gelijkmatige, hydraulisch regelbare, druk op de wiedegtanden is de machine inzetbaar in net opgekomen gewassen, waardoor onkruiden in een vroeg stadium volvelds aangepakt kunnen worden.

Afsluiten doen we met een blik op het wortel- en bietenperceel. De wortelen staan er mooi bij al vormt de beheersing van onkruiden in deze teelt wel een uitdaging geeft Miel toe. “Uien, wortelen en chicorei zijn bij uitstek de moeilijkst te beheersen teelten. Het zijn dan ook vrij open gewassen, die traag opkomen en waarin onkruiden makkelijk vrij spel krijgen”. Over de teelt van de suikerbieten is Miel best tevreden: “De bietenpercelen zijn een proef van verwerker Iscal. Vorig jaar betaalden ze 95€/ton bij een suikergehalte van 17,5%. Ik moest er zo’n 6 keer met de wiedeg en schoffel door.”