Op bedrijfsbezoek bij Herman en Chantal D’hauwe

Op bedrijfsbezoek bij Herman en Chantal D’hauwe

In de jaren ’90 hadden Herman en Chantal een gangbaar bedrijf met 40 koeien en 30 hectare land in het Oost-Vlaamse Sint-Lievens-Houtem. Stilaan groeide het bedrijf uit tot 100 hectare land, 130 melkkoeien en 80 stuks jongvee. Enkele jaren geleden schakelden ze om naar een biologische bedrijfsvoering.

 

 

Het idee om om te schakelen leefde al langer.

  • Ze hadden er voldoende grond voor,
  • Er was een grote interesse in eigen krachtvoer telen
  • De gangbare melkprijzen waren slecht
  • De saldo’s voor de gangbare akkerbouwteelten ondermaats.

Van die keuze hebben ze nog nooit spijt gehad. Het bedrijfssaldo is erop vooruit gegaan en de voldoening van al het harde werk is toegenomen. Ondertussen zijn ook de kinderen actief betrokken op het bedrijf. Voor hen ligt een toekomstbestendig bedrijf klaar. Hun melk leveren ze aan de coöperatie Biomilk.be.

Bodemverbetering

De regio is gekend voor een goede zware zandleem bodem. Het land wordt al ruim 10 jaar ploegloos bewerkt. Hiervoor is ondertussen een eco-ploeg aangekocht, die de zode wel nog keert maar dit zeer oppervlakkig doet. Om de bodemkwaliteit te verbeteren wordt TMS.B gebruikt, een mineraalrijke bodemverbeteraar van de firma TMCE. Soms wordt ook gips, haspargiet of kaïniet ingezet.

Teeltrotatie

De teeltrotatie bestaat uit 3 à 4 jaar grasklaver-luzerne mengsel, dan volgt maïs, vervolgens triticale-veldboon en daarna terug het grasmengsel (Sencier bio nr 3). Bij dat mengsel voegt Herman ook wat zomerhaver en erwten toe om kort na zaai (augustus-september) een snelle bedekking van de bodem te verkrijgen en een nog goede snede in het najaar te hebben. Als tip geeft hij nog mee om het goed aan te drukken na zaai. Het mengsel wordt na het maaien niet gekneusd of geschud, tenzij het een heel zware snede is, of bij de eerste snede waarin doorgaans veel gras zit. Dit om geen blaadjes te verliezen van de klaver en luzerne. Het blijft 1 dag liggen en daarna wordt het opgeraapt en ingekuild. Tijdens de eerste bio-jaren werd er geen maïs geteeld, maar het is nu toch terug in het teeltplan opgenomen om zelf voldoende energie te telen. De maïs dient voor MKS (maïs kolven schroot).

Om kraaien af te weren na het inzaaien legt Herman nepkraaien op het veld, op hun rug gedraaid en met de vleugels open, net alsof ze dood zijn. Zo’n 2 per ha is voldoende om kraaien op afstand te houden.

De mengeling van triticale met bonen wordt droog geoogst en getoast, wat de bestendigheid van het eiwit en zetmeel doet toenemen. Een deel van het areaal ligt in beheersovereenkomsten. Ze doen ook aan nest-bescherming van weidevogels zoals de kievit, in samenwerking met de lokale natuurvereniging.

De huiskavel bestaat uit 9 ha grasklaver waarin ze aan standweiden doen. Die oppervlakte is vrij nipt voor de omvang van de kudde. Mogelijks zal dit moeten uitgebreid worden in de toekomst.

Selectiecriterium

Het volgende project is het ombouwen van de kudde naar A2A2-genetica, waarvan de melk beter verteerbaar zou zijn. Er wordt geselecteerd op: vruchtbaarheid, uiergezondheid, langleefbaarheid, hoge gehaltes in de melk en het goed overweg kunnen met ruwvoeder. Een zeer hoge melkproductie is geen selectiecriterium meer.

Door die selectie is het antibioticagebruik op het bedrijf sterk gedaald. Zelden gebeurt het nog eens dat het ingezet wordt, bijv. bij uierproblemen, maar dan wordt er per speen behandeld. Omtrent de gezondheid van de koe geeft Herman nog de tip mee op ze in de winter elke week 100 gram levertraan te geven voor extra vitamine D.

Foto: https://www.biomilk.be/nl/dukefarm